'We denken continu in scenario’s’

Verhalen uit de praktijk

De aanpak van georganiseerde misdaad bestaat voor een groot deel uit onderzoek en opsporing. Dat levert veel op, maar kost vaak ook veel tijd. Een belangrijke versterking is daarom de inzet op ‘heterdaad’, zoals met de Flexibele Interventie Teams (FIT), die juist voor het snelle resultaat gaan. “Elke kilo coke die wij onderscheppen, betekent 1000 tot 1400 minder dealerbewegingen in de wijk”, weet Peter van Pelt, operationeel specialist van FIT.  “Dit maakt de wijken veiliger. En levert vaak óók belangrijke nieuwe informatie op.” 

Politie neemt geld in beslag

“We richten ons op criminelen die ‘met de vingers in de snoeppot zitten.’ Het is een metafoor die Peter van Pelt graag gebruikt. En de inhoud van die snoeppot liegt er niet om: van drugs en grondstoffen voor drugs tot zware explosieven en koffers met veel geld. “Het moet allemaal vervoerd worden”, legt hij uit. “Daarom is controle van de vervoersstromen in ons land zo belangrijk. Ook voor de aanpak van georganiseerde criminaliteit.”

De huidige Flexibele Interventie Teams vallen organisatorisch onder de Dienst Infrastructuur van de landelijke eenheid. Deze politietak richt zich in brede zin op een veilig en integer gebruik van vervoersstromen, of dat nu op de weg, het spoor, het water of door de lucht is. “Van snelheidsovertredingen tot een illegaal gevangen snoekbaars in de achterbak; alles wat we tegenkomen wordt aangepakt.” 

De teams zijn verdeeld over vier regio’s. Elk team bestaat uit ongeveer twintig politiemensen. “Wat ons uniek maakt binnen de organisatie, is onder meer de focus die we kunnen aanbrengen in ons werk. De FIT-teams zijn vrijwel volledig voor hun taak vrijgemaakt. Daardoor kunnen we ons specialiseren en binnen onze taakstelling ons eigen werk inrichten, onder een eigen teamchef. Die specialisatie zorgt ervoor dat we steeds beter en effectiever zijn geworden in onze aanpak.”

Denken in scenario’s

Die aanpak begint bij het herkennen van afwijkingen. Daarbij wordt onder andere gelet op rijgedrag en overtredingen. De medewerkers van FIT ‘lezen’ als het ware de vervoersstromen en maken daarbij gebruik van hun kennis en ervaring op die plek. Die domeinkennis is net zo goed van belang op het spoor en bij vervoersstromen over water en door de lucht. “Stel bijvoorbeeld dat er een dienstregeling verandert. Wat betekent dit dan voor een crimineel? Kan dat een reden zijn om andere keuzes te maken? Zo proberen we continu in scenario’s te denken.” 

Om dat denken in scenario’s te illustreren, verwijst Van Pelt naar een scène uit een film die hij laatst zag. “Het ging over een gouddelver die in een klein stadje werd aangehouden door een roversbende. Die bende wist dat er wat te halen viel bij die gouddelver. Want waarom zou die anders ’s ochtends vroeg in de stad zijn? De enige logische reden was om zijn waar daar te gaan verkopen...” 

Plastic zak met geldbiljetten

Techniek

Naast dit soort ‘streetwise’-heid, Maakt het FIT ook slim gebruik van technologie. Bijvoorbeeld van het zogeheten ANPR-systeem. Camera’s boven de weg registreren kentekens van voorbijrijdende voertuigen, waarna die automatisch worden vergeleken met een lijst gezochte kentekens. “Als we een match hebben en in de buurt zijn gaan we er meteen op af”, zegt Van Pelt. “Daarbij kan het om bestuurders gaan die een verkeersboete hebben openstaan. Maar ook om criminelen die vanwege een misdrijf gezocht worden.”

Maar het ANPR-systeem kan meer, weet Van Pelt. “We gebruiken ze ook als verlengstuk van onze mensen, als extra paar ogen. Want met die camera’s kunnen we óók zien welke route een automobilist heeft afgelegd. Daarbij werken we ook samen met de meldkamer, die op afstand meer overzicht heeft. Zo combineren we continu ervaring, techniek en informatie.”

Wel of niet ingrijpen

Hoewel de FIT-teams over het algemeen voor het ‘snelle resultaat’ gaan, kiezen ze op basis van ervaring zorgvuldig hun moment van ingrijpen. “Want misschien is een crimineel wel op weg om iets op te halen: je hebt niets aan een lege doos”, weet Van Pelt. “En zelfs als we vermoeden dat we tot een heterdaad kunnen komen, zijn er mogelijk ook andere belangen. Soms kunnen we iemand oppakken en de ‘keten sluiten’. Maar ingrijpen vraagt soms ook afstemming vanwege een lopend onderzoek. Vanuit samenwerking worden hier steeds afwegingen in gemaakt.” 

Bij de keuze om wel of niet in te grijpen, speelt ook veiligheid een rol. “Op sommige plekken wil je bijvoorbeeld niet in een achtervolging terechtkomen, omdat dat voor onveilige situaties op de weg kan zorgen. En soms weten we dat het om zware jongens gaat, en kiezen we ervoor andere specialisten te betrekken.”

Ten slotte moet het FIT-team ook de bevoegdheid hebben om in te grijpen. Een wagen aan 
de kant zetten kan eigenlijk altijd, op basis van de Wegenverkeerswet. Maar om bijvoorbeeld een auto te doorzoeken, is meer nodig. “Dan bekijken we bijvoorbeeld of we kunnen overstappen op andere wetgeving. Belangrijk bij dit werk is dat we netjes de procedures volgen. Stel dat we iemand een stop-teken hebben gegeven vanwege gladde banden. Dan schrijven we ook dáárvoor een proces-verbaal uit, ook als we verder niets illegaals aantreffen.” 

Indrukwekkende resultaten

Maar vaak treffen FIT-teams wel degelijk heel wat ernstiger zaken aan. In 2022 werd in totaal 12,5 miljoen euro aan contanten onderschept en 3327 kilo aan hard- en softdrugs. Ook werden er 193 wapens onderschept en bijna duizend verdachten opgepakt, waaronder 97 personen die gezocht werden. En dit zijn alleen nog de resultaten op de weg. 

Maar cijfers zeggen niet alles, benadrukt Van Pelt. Elke heterdaad versterkt immers ook weer de informatiepositie van de politie. “Een aangehouden verdachte kan ons bijvoorbeeld naar een woonhuis leiden waar nog twee verdachten zitten. En die kunnen misschien weer gelinkt worden aan andere zaken. Zo kunnen we onze collega’s die zich met opsporing bezighouden regelmatig van waardevolle informatie voorzien.”

Van Pelt kan dan ook niet genoeg benadrukken hoe belangrijk hij samenwerking vindt. “Grijpen we in bij een verdachte situatie, doen we dat niet vanuit een breder opsporingsbelang, of vraagt het een andere afweging? Daar moeten we als collega’s samen de meest effectieve keuzes in maken. Vaak wordt er gezegd dat onze organisatie een capaciteitsprobleem heeft. Ik denk dat dit deels waar is. Maar dat we ook nog veel winst kunnen behalen door efficiënter te gaan werken. Door elkaar meer te versterken.”

Trucs en trends

Bij die samenwerking gaat het niet alleen om het delen van opsporingsinformatie, maar ook over de ‘trucs en trends’. “Op welke signalen kun je letten? Welk moment grijp je in? Op welke manieren proberen criminelen hun spullen te verstoppen? Die kennis proberen we vanuit het FIT breed binnen de organisatie te delen. En deels ook met de partners waar we mee samenwerken, zoals in de havens.” 

Gekscherend zegt Van Pelt wel eens dat hij wel 20 criminelen in zijn teams zou willen hebben, zo adaptief en innovatief als ze zijn. “Ook wij moeten continu blijven leren. De laatste tijd zien we bijvoorbeeld dat er massaal katalysatoren onder Priussen worden weggeknipt. En wie had er tien jaar geleden gedacht dat er zoiets zou ontstaan als milieucriminaliteit? De uitdaging is om nu al te weten waar we over een paar jaar op moeten letten.”

Logo politie
Beeld: ©Politie