'Als ondernemer én als mens wil je je gewoon veilig kunnen voelen; dat is een basisbehoefte'
Verhalen uit de praktijk
Voor ondernemer Bob Scherrenberg voelt bedrijventerrein Nieuw Overvecht al ruim twintig jaar bijna als thuis. Een thuis met een rauw randje, want hij ziet er van dichtbij wat de impact van georganiseerde misdaad op ondernemers kan zijn. Hoewel Overvecht nog altijd last heeft van een slecht imago, is de situatie de afgelopen jaren sterk verbeterd. Sociale controle is daarbij een belangrijke sleutel tot succes.
Je bent vastgoedondernemer in Overvecht, bestuurslid van de ondernemersvereniging én voorzitter van het Ondernemersloket. Hoe is dat zo gekomen?
“Ik ben eind jaren ‘70 geboren aan de Gageldijk, aan de rand van het bedrijventerrein. Op mijn twintigste begon ik samen met een vriend een autowasbedrijf. Met het geld dat we verdienden konden we andere panden huren. Zo gingen we samen ondernemen: nieuwe panden huren en verschillende ondernemingen starten. Uiteindelijk ben ik vastgoed gaan verhuren. En ik ben me ook breder voor het bedrijventerrein gaan inzetten. Die vriend is helaas op jonge leeftijd overleden. Maar veel van zijn familie loopt hier nog rond. Een zoon van hem werkt al een aantal jaar bij de carwash. Hij leert wat minder makkelijk en krijgt hier vanuit de praktijk de kans zich verder te ontwikkelen. Dat vind ik mooi. Overvecht gaat me aan het hart.”
Hoe heb je het bedrijventerrein in die twintig jaar zien veranderen?
“Twintig jaar geleden was het nog een autoboulevard. Op een gegeven moment trokken de autodealers steeds meer naar andere plekken. Dan merk je dat er een identiteitsprobleem ontstaat. Er vonden regelmatig criminele activiteiten plaats. Er waren bijvoorbeeld loodsen waar illegale drugsproductie plaatsvond. Mede daardoor heeft het terrein een slechte naam gekregen.
In 2009 hebben we met het bedrijventerrein een nieuwe start gemaakt. Samen met de gemeente en Ondernemersvereniging Nieuw Overvecht – waar ik toen bestuurslid van werd - besloten we ons op de doelgroep ‘gemengd MKB’ te richten. Die focus gaf weer nieuwe energie en heeft veel verbeterd. Toch bleken de problemen hardnekkig. Denk aan een bedrijfje dat geheime opbergplekken inbouwde in auto’s, en daarmee criminelen faciliteerde. Een jaar of vijf geleden is hier ook nog een keer een schietpartij geweest. Uit onderzoek bleek toen dat de georganiseerde misdaad actief was op dit bedrijventerrein.”
Wat maak een bedrijventerrein zo kwetsbaar voor misbruik door criminelen?
“In het algemeen zitten criminele organisaties daar toch een stuk anoniemer. Zeker in de avonden is het vaak verlaten en kun je buiten het zicht van de samenleving opereren. In Overvecht komt daar nog bij dat we tegen een kwetsbare wijk liggen. Er is veel armoede en andere sociale problematiek. Jongeren zijn in zo’n wijk vaak een makkelijk slachtoffer van criminelen. Ze worden bijvoorbeeld geronseld om mee te doen aan plofkraken. Twee jaar geleden is hier op het terrein nog een pand aangetroffen waar plofkraken werden voorbereid.”
Welke maatregelen nemen jullie tegen dit soort praktijken?
“Sinds april 2022 geldt er in Nieuw Overvecht een vergunningsplicht voor autobedrijven. Voor de zittende ondernemers was dat best een gedoe; zij moesten opeens allerlei informatie aanleveren, waaronder financiële gegevens. Die zaten daar echt niet op te wachten. Maar het heeft wel geholpen. Een aantal ondernemers is vertrokken vanwege die plicht. Van de autobedrijven die hier nu zitten weten we zeker: zij zijn op orde. Dat is voor iedereen fijn om te weten.
Ook hebben we de afgelopen jaren geïnvesteerd in nieuwe beveiligingscamera’s. Daarmee volgen we onder meer welke voertuigen het terrein opkomen. En of die bijvoorbeeld opvallend langzaam rijden, of bepaalde rondjes maken. Vanuit een centrale kan daar op worden ingezoomd en bijvoorbeeld een kenteken worden genoteerd.
Zo’n investering financieren we vanuit het ondernemersfonds; ondernemers regelen en financieren hiermee zelf diverse publieke zaken op een bedrijventerrein. In Overvecht kiezen ondernemers er zelf voor dit geld vooral aan veiligheid te besteden. Dat laat zien hoe belangrijk zij het vinden. Als ondernemer én als mens wil je je gewoon veilig kunnen voelen. Dat is een basisbehoefte.”
Hoe is het nu met dit gevoel van veiligheid?
“Het gekke is: het gevoel dat het hier onveilig is, leeft vooral buiten het bedrijventerrein. Ondernemers zelf vinden het meevallen, blijkt uit enquêtes. Tot er iets gebeurt. En er bijvoorbeeld zo’n schietpartij plaatsvindt. Of een illegale sigarettenfabriek wordt opgerold. Dan denken ze: wow, zat die bij mij om de hoek? Daarom is het ook zo belangrijk om het thema criminaliteit te bespreken met ondernemers. Zodat ze weten waar ze op kunnen letten. En het vervolgens melden als ze iets opvallends zien. Denk aan panden waar je nooit iemand naar binnen ziet gaan. Of alleen op hele gekke momenten. En aan daken waar geen sneeuw op blijft liggen, wat een signaal voor drugsproductie kan zijn.”
Hoe stimuleren jullie het doen van die meldingen?
"Vorig jaar hebben we samen met de gemeente een Ondernemersloket geopend, waar ondernemers laagdrempelig kunnen delen wat ze bezighoudt. De gemeente houdt daar spreekuren; de ervaring leert dat dit beter werkt dan een website, waar je een melding vaak met een formulier moet doen. Ook helpt het Ondernemersloket ondernemers bij het voldoen aan de vergunningsplicht. En het is een onderlinge ontmoetingsplek. In Nieuw Overvecht is het type ondernemers heel divers. Dat maakt de binding van nature wat minder. Daarom ben ik ook blij dat onze netwerkdagen steeds beter bezocht worden. Die dagen hebben we in het leven geroepen om ervoor te zorgen dat ondernemers elkaar beter leren kennen en de sociale controle omhooggaat. Zodat ze bij een nieuwe huurder eerder denken: he, een nieuw gezicht, daar ga ik eens een praatje mee maken.”
Toch zullen zij ook aan hun eigen veiligheid denken. Het melden van opvallende zaken zal ook risico’s met zich meebrengen.
“Dat klopt. Maar ook die ondernemers zien er de waarde van in. Minder incidenten betekent minder leegstand en meer investeringen. Een vliegwieleffect: het hele bedrijventerrein gaat ermee vooruit. Sinds vorig jaar zit hier ook een werklocatie voor creatieve ondernemers. Die geven nieuwe energie. En onlangs is hier ook een sportschool geopend. Die wordt geleid door een ex-topsporter uit Marokko; voor de jeugd is dat echt een rolmodel. Zo kunnen we via dit bedrijventerrein ook een positieve bijdrage leveren aan de wijk.
Bij die sportschool hadden we wel echt een goed verhaal nodig richting de gemeente. Want die geven niet zomaar een vergunning op zo’n plek. Sowieso is het belangrijk om samen op te trekken met de overheid. Dat zit in een goed contact met de wijkagent. Maar ook in een betrokken contactpersoon voor veiligheid bij de gemeente. Dat leidt bijvoorbeeld tot goede samenwerking binnen het Platform Veilig Ondernemen en onlangs nog tot een gezamenlijk georganiseerde informatieavond over cybercrime.
Toch zie ik ook nog wel verbetering, als het gaat om het samen optrekken met de overheid. Denk aan het beleid rondom coffeeshops. Dat is nu om deze zo veel mogelijk naar de randen van de stad te verplaatsen, dus ook naar bedrijventerreinen. Dat is aan de ene kant misschien te begrijpen, maar wij zien er niet blij mee. Liever staan we eerst nog wat sterker in onze schoenen. Want het gaat de goede kant op, maar we blijven kwetsbaar.”