Gezamenlijk interventieteam voor heel Limburg maakt het criminelen extra moeilijk
Verhalen uit de praktijk
In 2021 werd in Noord-Limburg het ACT! opgericht: een regionaal interventieteam dat wekelijks gemeentelijke controles uitvoert om criminele netwerken te verstoren en onze samenleving veilig te houden. De aanpak was zo succesvol dat deze in de afgelopen jaren is uitgerold over de rest van de provincie. Uniek voor Nederland, weet burgemeester Ryan Palmen. “Als Limburgse gemeentes kunnen we nu een sterkere vuist maken tegen georganiseerde criminaliteit” Samen met twee coördinatoren van het ACT! vertelt hij hoe de aanpak eruitziet.

De combinatie van verschillende steden, een groot buitengebied en 351 kilometer buitenlandgrens, maakt Limburg een kwetsbare provincie. Naast drugscriminaliteit, hebben onder meer ook vastgoedfraude en mensenhandel er flinke impact op de samenleving. Toen Ryan Palmen in 2019 aantrad als burgemeester van Horst aan de Maas, maakte hij de aanpak van ondermijning dan ook meteen tot een speerpunt. “Als burgemeester van Hilvarenbeek had ik veel ervaring opgedaan met de aanpak van georganiseerde misdaad in Brabant. Toen ik burgemeester werd in Limburg, heb ik die ervaring meegenomen. Er waren versterkingsgelden voor de aanpak van ondermijning beschikbaar vanuit het RIEC. Daarmee hebben we een eerste bestuurlijk interventieteam geïnstalleerd in Noord-Limburg.”
Het idee van zo’n bestuurlijk interventieteam is dat gemeenten, politie én andere overheidspartners samen signalen opvolgen die kunnen duiden op ondermijning van de samenleving. Van vermoedens van vastgoedfraude of uitbuiting van arbeidsmigranten tot concrete meldingen over de aanwezigheid van hennepkwekerijen of drugslabs. “De controles vinden bijvoorbeeld plaats in het buitengebied, op vakantieparken of in woonwijken. Doordat partners als de Douane, de Belastingdienst of de arbeidsinspectie ook aansluiten, kunnen we misstanden direct aanpakken.”

Capaciteit om signalen op te pakken
Een van de sterke punten van de bestuurlijke interventieteams is dan ook de actiegerichtheid, vindt Palmen. “Het blijft niet bij convenanten of projectoverleggen, we houden het oog op de operatie.” Ook kleine acties kunnen daarbij al veel impact hebben. Zeker in de kleinere gemeenten. “Die hebben soms maar 1 of 2 ‘AOV’ers’ (medewerkers openbare orde en veiligheid, red.) tot hun beschikking. Meestal hebben zij hun handen al vol aan lokale problematiek, van personen met verward gedrag tot de dreiging van hoog water. De aanpak van ondermijning lijdt daar onder.”
Ondermijning is nu eenmaal minder zichtbaar, weet Palmen. En ook als er wel signalen worden waargenomen, of als een AOV’er een bepaald onderbuikgevoel heeft, ontbreekt vaak de tijd of urgentie daar iets mee te doen. Hetzelfde geldt voor meldingen die gedaan worden door burgers. “Het voordeel van een gezamenlijk interventieteam is dat er meer capaciteit is om zaken op te pakken.”
Herkenbare naam
Positieve ervaringen in Noord-Limburg leidden dan ook al snel tot uitbreiding met nieuwe regioteams. Sinds begin 2024 heeft Limburg een dekkend netwerk van vijf regionale bestuurlijke interventieteams. Zij opereren allemaal onder de naam ACT! interventieteam Limburg. “We hebben bewust gekozen voor een sterke, herkenbare naam en een bijbehorend logo”, vertelt Wiljan, coördinator van het ACT! in de regio Noord-Limburg. “Als overheid vragen we mensen meldingen te doen. Maar vaak is mensen niet duidelijk waar die precies terechtkomen, of wat er mee gebeurt. Met ACT! willen we daar verandering in brengen: we willen als overheid één gezicht vormen.”
In de regio Noord-Limburg leveren acht gemeenten allemaal één toezichthouder of boa aan het team voor een x aantal uren per jaar. Zij bespreken met elkaar en met de andere overheidspartijen waar ze zich op willen richten. Wiljan: “Dat kan bijvoorbeeld een integrale controle op een specifiek thema zijn, zoals leegstaande loodsen in het buitengebied. Maar ook een bepaalde casus, bijvoorbeeld een melding over verdachte omstandigheden op een bedrijventerrein.”
Per interventie wordt vervolgens een team samengesteld van medewerkers van de gemeenten en andere relevante partijen. “Bij een melding over de vondst van grote hoeveelheden alcohol gaat de Douane bijvoorbeeld mee, omdat er accijnsfraude in het spel kan zijn. En bij vermoedens van uitbuiting de vreemdelingenpolitie.”

Onderscheid tussen bestuurs- en strafrecht
De controles verlopen over het algemeen heel rustig. Dat vertelt Emmy, collega-coördinator van Wiljan in de regio Heuvelland. “We bellen gewoon aan, spreken de eigenaar en nemen een kijkje in het pand. Alleen als we echt geen contact krijgen, maken we weleens een slot open. De politie is er meestal wel bij, maar alleen op de achtergrond en voor de zekerheid.” Als we ter plekke criminele activiteiten aantreffen, bijvoorbeeld een drugslab, dan wordt de situatie meteen ‘bevroren’. Emmy: “Dan volgt het proces van ontmanteling en inbeslagname en is de politie in de lead. Wij voeren onze bestuurlijke controle dan op de achtergrond verder uit.”
ACT! werkt dan ook vanuit het bestuursrecht, en niet het strafrecht. Het is daarmee een waardevolle aanvulling op het werk van de politie, legt Emmy uit. “Neem een bedrijventerrein waar ’s avonds tot opvallend laat het licht blijft branden. De politie zal daar niet zo snel op afgaan, maar het kan wél een belangrijk signaal zijn dat er iets aan de hand is. Voor een controle door het ACT! moet er uiteraard wel een juridische grondslag zijn. Die kan bijvoorbeeld in milieuwetgeving zitten. Of in controle op de BRP.”
Bestuurlijke instrumenten kunnen de samenleving volgens Emmy weerbaarder maken tegen criminelen. “Voor het ACT! interventieteam is het tegengaan van ondermijning de core business. Gemeenten en andere overheden hebben vaak veel andere taken, waardoor het niet altijd lukt erop te focussen. Vanuit onze samenwerking kunnen we ondermijning de aandacht geven die het nodig heeft.”
Sluiting van drugslab niet het belangrijkste doel
De ACT! interventieteams boekten de afgelopen jaren allerlei successen: van het oprollen van een illegaal casino tot de bevrijding van vier mensen die onder mensonterende omstandigheden vastzaten in een Aziatisch restaurant. Ook werden er verschillende drugslabs en hennepkwekerijen aangetroffen. “Toch is sluiting van bijvoorbeeld een drugslab niet ons belangrijkste doel”, benadrukt Emmy. “Ons doel is het werk van criminelen verstoren. Het liefst met zoveel mogelijk impact. ”Om die reden is ook de informatie-uitwisseling met de RIEC’s van belang. Wiljan: “Soms stuiten we bij een controle op een onderneming die al betrokken is in een lopend RIEC-onderzoek. Met de uitkomsten van onze controles kunnen we daar dan een bijdrage aan leveren. Een kleine klap kan dan heel effectief blijken.”
Naast het verstoren van criminele activiteiten, richten de ACT! teams zich ook op preventie. Wiljan: “In het buitengebied bijvoorbeeld gaan we niet alleen af op meldingen van dumping van drugsafval, of een henneplucht, maar gaan we ook het gesprek aan met bewoners. We leggen bijvoorbeeld uit hoe je anoniem meldingen kunt doen. En geven adviezen aan verhuurders. Bijvoorbeeld over het maken van goede contractuele afspraken met huurders. En dat het belangrijk is om af en toe eens een kijkje te nemen bij het pand dat je verhuurt.”
Uitbreiding naar andere gemeenten
De ACT! teams werken niet alleen onderling samen, maar ook met teams in andere provincies. Criminelen trekken zich immers niets aan van grenzen, weet Wiljan. “Soms voeren we gezamenlijk acties uit. Bij een winkelketen die in meerdere provincies opereert hebben we bijvoorbeeld op één dag controles gedaan in Limburg én Brabant.” Het geeft richting criminelen een belangrijk waarschuwingssignaal af, denkt Emmy. “En burgers maken we duidelijk dat er echt iets gebeurt met hun meldingen. Een gevoel als ‘er wordt toch niets gedaan met mijn melding’ willen we voorkomen.”
Teams in verschillende provincies kunnen bovendien van elkaar leren, weet Wiljan. “Het Ariadne-project in Oost-Nederland bijvoorbeeld richt zich specifiek op vakantieparken. Dat levert veel expertise op over hoe je vakantieparken het beste kunt controleren. Onze toezichthouders hebben daar onlangs voorlichting over gekregen. Daarnaast wordt er expertise uitgewisseld met Brabantse interventieteams en het Haags Economisch Interventie Team (HEIT).”
Voor de provincie-brede aanpak van het ACT! Interventieteam ontstaat intussen ook steeds meer belangstelling, merkt Wiljan. “De provincie Groningen overweegt momenteel om volgens onze manier te gaan werken. En het mooie is: met alle kennis en ervaring die wij inmiddels al hebben opgebouwd, kunnen ze dat waarschijnlijk veel sneller dan wij van de grond krijgen.”

Intrinsieke motivatie om samen te werken
Palmen juicht deze ontwikkeling toe: hoe meer provincies op dezelfde manier werken en kennis uitwisselen, hoe beter. Het begint bij intrinsieke motivatie om samen te werken, weet hij. “Vervolgens moeten gemeenten er ook uren voor vrij maken. Want je kunt het bestuurlijk eens zijn, het moet ook nog geregeld worden. Het grootste succes van het ACT! in Limburg is wat mij betreft dan ook de betere samenwerking, het denken vanuit één overheid. Die samenwerking is moeilijk meetbaar te maken, maar ik ben ervan overtuigd dat die bijdraagt aan het weerbaarder maken van de samenleving.”
Volg de activiteiten van het ACT! Interventieteam via LinkedIn: