Interventieteam Zaandam pakt criminele netwerken aan
Verhalen uit de praktijk
Poelenburg en Peldersveld in Zaandam-Oost behoren al jaren tot de meest kansarme wijken van Nederland. De criminaliteit zit zodanig verweven in de samenleving, dat een traditionele aanpak niet voldoende is. De gemeente, politie en andere betrokken partijen gooien het daarom samen over een andere boeg. “Buiten de gebaande paden, maar wel binnen de wet.”
Kinderen die in 2020 in Poelenburg en Peldersveld zijn geboren, moeten in 2040 dezelfde kansen hebben als kinderen in andere wijken. Dat is het uitdagende doel van PACT Poelenburg-Peldersveld, gefinancierd vanuit het Nationaal Programma Leefbaarheid en Veiligheid. Voor een groot deel gaat het geld naar preventieve maatregelen, zoals maatregelen om schooluitval te voorkomen en de verlengde leertijd op basisscholen. Jongeren krijgen zo een beter perspectief. Maar er is meer nodig om kwetsbare kinderen uit de criminaliteit te houden, weet projectleider Integraal Interventieteam Ruud de Bie. “Zij zien bijvoorbeeld hun broer in dure kleding lopen. En hun ouders heel de dag thuis zitten met een uitkering. Als er dan opeens een kans voorbijkomt om snel veel geld te verdienen, is het moeilijk om nee te zeggen. Daarom investeren we ook in repressie. In het verstoren van criminele netwerken en het hard aanpakken ervan. Zo laat je de jeugd ook zien dat misdaad niet loont.”
Onderbetaling en illegale huisvesting
Een van de grote uitdagingen om Zaandam-Oost leefbaarder en veiliger te maken is de ‘glazenwasserscriminaliteit’, al jarenlang een bekend maar moeilijk te bestrijden fenomeen. Vanuit de Nederlandse Arbeidsinspectie houdt Marcel Keijzer zich bezig met de problematiek. “Het is een landelijk probleem, maar veel gebeurt nog steeds vanuit Zaanstad. Daar zitten naar schatting honderden bedrijfjes, bijna allemaal met arbeidsmigranten. Zij worden vaak onderbetaald en soms met meerdere personen illegaal in een woning gehuisvest.” Omdat de werknemers op papier ‘gewoon’ zzp’er zijn, is het moeilijk ertegen op te treden, weet Keijzer. “Bij een controle zeggen ze dat het hun eerste werkdag is. We kunnen er dan vaak weinig tegen beginnen.”
En dat is een groot probleem, want achter al die glazenwassers gaat een groot crimineel netwerk schuil. “Vanuit dat netwerk worden wijken onderling verdeeld en aan elkaar doorverkocht. Bonafide glazenwassers die daar dan nog aan de slag willen, krijgen te maken met bedreigingen en geweld”, weet Keijzer.
De vermenging van onderwereld en bovenwereld maken de glazenwasserspraktijken tot een typisch voorbeeld van ondermijnende criminaliteit. Van onveilige situaties op straat tot illegale prijsafspraken en uitbuiting. Er wordt op allerlei illegale manieren geld verdiend en bijna alles wordt cash betaald, wat voor criminelen altijd interessant is. “Het lastige daarbij is dat de bedrijfjes moeilijk te controleren zijn. Je bent afhankelijk van meldingen van misstanden, zoals bedreiging, gevaarlijke werkomstandigheden of illegale onderverhuur. Maar juist die meldingen zijn er nauwelijks.”
Vertrouwen terugwinnen
Die lage meldingsbereidheid was ook een van de dingen die De Bie als eerst opviel, toen hij startte met het Interventieteam. “Mensen konden alleen een melding doen via de website van de gemeente Zaanstad. Een vermoeden van illegale onderverhuur of een drugsdeal moest op dezelfde plek worden gemeld als het gevaar om over een losse stoeptegel te struikelen. Zo’n melding wordt dan wel ergens geregistreerd, maar komt vaak niet op de goed plek terecht. Als je dat als burger een paar keer hebt meegemaakt en dan niets meer hoort, raak je je vertrouwen kwijt. Dat is logisch. We moesten dus echt dat vertrouwen terugwinnen. Niet alleen door meldingen actiever op te volgen, maar ook door ze beter te gaan monitoren en communiceren. Mensen willen weten wat er gebeurt. Ook als het bijvoorbeeld gaat om een melding over uitkeringsfraude. Want de burger heeft er geen boodschap aan dat dit eigenlijk geen gemeentezaak is maar iets van het UWV.”
Een belangrijke keuze van De Bie en zijn team was daarbij om zelf actief in gesprek te gaan met bewoners. “We staan niet met ons gezicht op de website, want we moeten ook aan onze eigen veiligheid denken. Maar mensen die iets te melden hebben weten ons wel te vinden. Bijvoorbeeld via het sociaal wijkteam of een BOA. Zo raakte ik onlangs nog in gesprek met een wat oudere bewoner. Die was hartstikke blij een keer een luisterend oor te hebben. En dat hij daarvoor niet eerst naar de bieb hoefde om een online melding te doen.”
Stap voor stap merkt De Bie dat het vertrouwen zo terugkomt. En dat dit zijn vruchten afwerpt. “Onlangs kregen we een melding van een buurtbewoner die bij ons bekend stond als erg sceptisch: op bewonersavonden klaagde hij altijd dat er te weinig gebeurde met signalen van criminaliteit. Hij had een man zien wegrijden bij een locatie waar wij kort daarvoor een drugsvangst hadden gedaan. Dit keer besloot die buurtbewoner het kenteken te noteren en aan ons door te geven. Een onderzoek naar de man die hij had zien wegrijden, is inmiddels succesvol afgerond."
Informatie-uitwisseling via een handhavingsknelpunt
Een belangrijk onderdeel van de aanpak in Zaandam-Oost is ook de informatie-uitwisseling via een handhavingsknelpunt. Onder meer de gemeente, politie, het UWV, de Belastingdienst en de Nederlandse Arbeidsinspectie kunnen hiermee sneller handelen. De Bie: “Als een wijkagent een situatie in een woning of gezin bijvoorbeeld niet vertrouwt, kan hij dat ook delen met het UWV en met ons. Zo vergroten we gezamenlijk de kans om iets aan te treffen. Of het nu om uitkeringsfraude gaat of drugshandel. Maar we delen bijvoorbeeld ook data met elkaar. Van lijsten met kentekens tot informatie over onroerend goed of vermogen. Die informatie gebruiken we vervolgens voor eigen onderzoek of delen we met het Financial Intelligence Team van de politie.”
Ook ‘op straat’ verloopt de samenwerking met de politie heel goed, vindt De Bie. “Eens per maand voeren we samen een preventieve actie uit. We controleren dan bijvoorbeeld op één dag alle bergingen in een bepaalde flat. Soms omdat een van onze partners in de wijk een signaal heeft opgevangen. Soms ook op basis van een onderbuikgevoel. De politie is erbij voor onze veiligheid, maar wij hebben dan al het voorwerk gedaan. Ze zien dat we ons als gemeente zelf ook inspannen voor de veiligheid en staan daarmee ook sneller klaar als we ze nodig hebben.”
Voor de glazenwasserscriminaliteit is een apart handhavingsknelpunt ingesteld, naast die voor Zaandam-Oost. Daarbinnen werkt het Interventieteam onder meer goed samen met de Arbeidsinspectie. “We doen bijvoorbeeld regelmatig samen een integrale controle”, vertelt Marcel Keijzer. “Tegelijkertijd weten we dat alleen controles het probleem niet gaan oplossen. We doen het nog wel, om te laten zien dat we er zijn. Maar we moeten veel meer aan de voorkant ingrijpen. Daarom hebben we vanuit het handhavingsknelpunt samen met het CCV aan een barrièremodel gewerkt. Die maakte nog eens extra duidelijk wat de rol van cash geld is. Als we giraal betalen verplicht zouden stellen voor alle glazenwassers die bij particulieren werken, steken we ze echt een stok in het wiel. Maar hier zou dan wel een wettelijke regeling voor moeten komen.”
Ook een vergunningsplicht voor de beroepsgroep zou een goede stap zijn, denkt Keijzer. “Zaanstad wil hier nu een voortrekkersrol in spelen. Maar uiteindelijk zou je zo’n vergunning landelijk willen invoeren. Want dat blijft het probleem van glazenwassers: het waterbedeffect. Ze kunnen zich heel makkelijk verplaatsen.”
Zo veel mogelijk op straat
Het interventieteam van De Bie bestaat op dit moment uit negen personen, inclusief een wijkagent, een data-analist, een jurist en iemand van de Omgevingsdienst. Daarnaast gaat ook het UWV aansluiten als vaste partner en wordt de samenwerking met de Arbeidsinspectie en Douane steeds hechter en frequenter. “We proberen allemaal zo veel mogelijk op straat te zijn. Want alleen achter je bureau krijg je weinig voor elkaar. Het gevaar is ook dat je daar te veel op het aantal meldingen afgaat, of andere cijfers. Dan leef je echt in een andere wereld. In de plaats daarvan kijken we goed om ons heen. Een bedrijf dat verlies draait maar wel een grote Mercedes voor de deur heeft staan. Dát is verdacht. Dáár gaan we op af.”
En het werkt. Want het Interventieteam in Zaandam-Oost wist de afgelopen tijd een aantal mooie successen te boeken. Een garagebox met apparatuur voor een chemisch drugslab, een bakkertje waar illegale glazenwassers zich iedere ochtend verzamelden om afspraken te maken, een supermarkt waarvan heel de wijk al jaren wist dat het een criminele dekmantel was. Een voor een werden ze gesloten. “Maar ook een bewoner die zich weer gewoon veilig voelt in zijn eigen huis is al een belangrijk resultaat”, benadrukt De Bie. “Want elke normale burger die uit de wijk vertrekt, betekent weer een nieuwe bewoner, met nieuwe risico’s. Daarom treden we ook bij kleine drugsvangsten al hard op. Als die persoon een uitkering heeft, zetten we hem meteen stop. En zo mogelijk zetten we hem de woning uit. Laat de overtreder vervolgens maar een procedure starten als hij of zij vindt dat dit onrechtmatig is. Diegene heeft zelf het risico genomen de wet te overtreden.”