Bestrijden en voorkomen van corruptie binnen de overheid
Verhalen uit de praktijk
Tom Gedden en Jacko de Kort, werkzaam voor de Rijksrecherche, helpen sinds vorig jaar gemeenten om hun ambtenaren en politieke ambtsdragers weerbaarder te maken tegen omkoping en het lekken van vertrouwelijke informatie. En dat is hard nodig, zien zij. 'In de georganiseerde misdaad spelen gecorrumpeerde ambtenaren een steeds grotere rol.' Maar het volledig uitbannen van dit fenomeen is een utopie, weet Jeanine Kooistra, hoofd van Bureau Integriteit bij de gemeente Amsterdam.
Interview Tom Gedden en Jacko de Kort: 'Eenvoudige persoonsgegevens kunnen voor criminelen van grote waarde zijn'
De Rijksrecherche is er om de integriteit van de overheid te bewaken. Daarvoor doet zij al jaren onderzoek binnen twee thema’s: ambtelijke corruptie en geweldgebruik. Sinds vorig jaar heeft de organisatie er met preventie en voorlichting een extra taak bijgekregen. “Bij onze onderzoeken naar corruptie komen we steeds vaker triggers tegen voor het ontstaan van corruptie”, legt rechercheur Tom Gedden uit. “Neem de gebrekkige procedures rond de aanvraag en uitgifte van paspoorten. Protocollen zoals het vier-ogenprincipe blijken vaak niet te worden nageleefd. Dat soort signalen willen we breder delen, zodat gemeenten zich er bewust van zijn én zich er beter tegen kunnen wapenen.”
Een andere reden om binnen de Rijksrecherche meer aandacht te besteden aan corruptie is de toenemende rol ervan binnen de georganiseerde misdaad. Daar schuilt een vervelende paradox achter, weet Jacko de Kort, collega van Tom. “De beveiligingssystemen en procedures bij de overheid worden steeds beter. Juist daarom zijn het nu de mensen waar de kwetsbaarheid zit. Vroeger kon je een paspoort nog vrij makkelijk vervalsen. Nu heb je daar een ambtenaar voor nodig.”
Hulp bij horecavergunning
De ambtenaren die interessant zijn voor criminelen zijn vaak werkzaam in de uitvoering. “Het gaat bijvoorbeeld om medewerkers die betrokken zijn bij de uitgifte van vergunningen”, weet Jacko. “Horecazaken zijn voor criminele organisaties interessante zaken om geld mee wit te wassen. Maar zij hebben dan wel eerst een horecavergunning nodig: een ambtenaar kan ze daaraan helpen.”
Ook ambtenaren die toegang hebben tot eenvoudige persoonsgegevens kunnen voor criminelen al een belangrijk doelwit zijn. “Denk aan de Basisregistratie Personen van gemeenten of de kentekenregistratie van de RDW”, vertelt Tom. “Dat lijkt misschien onschuldige informatie, maar criminele organisaties hebben er in sommige gevallen veel belangstelling voor. Bijvoorbeeld als zij te maken hebben met een officier van justitie die ze te veel dwarszit. Als zij hem of haar dan willen bedreigen, willen ze graag weten waar die persoon woont. Of waar zijn of haar familie woont.”
Onderzoek bevestigt dat er een duidelijke relatie is tussen gelekte informatie en excessief geweld in het criminele milieu. En daarbij gaat het niet alleen om bedreigingen, weet Tom. “Stel dat criminelen een drugslab runnen en daar regelmatig een bepaalde auto signaleren. Dan kan het om politie gaan die ze in de gaten houdt. Maar ook om andere criminelen, die op het punt staan dat drugslab te ‘rippen’. In beide gevallen kan het lekken van een eenvoudig kenteken leiden tot gevaarlijke situaties.”
Geraffineerd te werk
Vrijwel geen enkele ambtenaar zal van zichzelf denken gevoelig te zijn voor omkoping. Maar als er iets speelt in hun privésituatie, kan de situatie snel veranderen. Tom: “Denk bijvoorbeeld aan problematische schulden, een verslaving of zorgen over een scheiding. Het kan mensen ineens heel kwetsbaar maken. Criminelen maken daar op een heel geraffineerde manier misbruik van. Soms kennen zij zelf zo’n ambtenaar, bijvoorbeeld vanuit de schooltijd. Maar soms gaan criminelen via hun netwerk bewust op zoek naar slachtoffers. Ze knopen een gesprekje aan in de kroeg, bieden een luisterend oor, en winnen langzaam het vertrouwen. Vaak gaat het om zogenaamde informatiemakelaars, die zich binnen het criminele milieu helemaal in dit proces gespecialiseerd hebben.”
Als zo’n ambtenaar vervolgens met één been in het criminele circuit zit, is het lastig er weer uit te stappen, weet Tom. “Soms gaan ze er helemaal in mee en worden ze er onderdeel van. En soms zien ze gewoon geen uitweg meer, bijvoorbeeld uit schaamte. Gek genoeg levert het zo’n ambtenaar vaak niet eens veel geld op. Voor een kenteken soms maar 50 of 100 euro.” Dat het toch nog relatief veel gebeurt, heeft ook te maken met de pakkans, weet Jacko. “Het lastige van corruptie is dat je het moeilijk kunt zien. Zowel de crimineel als de ambtenaar hebben er baat bij dat het niet naar buiten komt. En er is bijvoorbeeld geen sprake van een ontploffing of een lijk, zoals bij andere vormen van criminaliteit.”
Vingerafdruk bij geboorteaangifte
Jacko vertelt over een zaak waarin de identiteit van een nietsvermoedende burger werd gestolen; zijn pasfoto leek op die van een bepaalde crimineel: “Toen die burger aangifte ging doen van zijn pasgeboren kind, werd aan de balie een vingerafdruk gevraagd. De baliemedewerker hielp die crimineel in dit geval met het maken van een vals paspoort.” Hoewel zo’n verzoek aan een burger misschien vreemd is, zou die burger daar überhaupt niet over na moeten hoeven denken, vindt Jacko. “Waarom is het bij paspoortaanvragen niet verplicht om ter plekke een pasfoto te laten maken?”
Toch zijn alleen goede protocollen niet altijd voldoende, weet Jacko. “Het gaat vaak nog mis in het naleven ervan. Denk aan het uitloggen op een computer, zodat collega’s die er niets te zoeken hebben er niet in kunnen. Vaak is dat uitloggen een bestaande werkafspraak. Maar in de praktijk denken ambtenaren: als niemand het doet, waarom zou ik het dan wel doen? Er moet een cultuur zijn waarin afspraken worden nagekomen. Ook de voorbeeldrol van leidinggevenden is daarbij van belang.”
Uiteindelijk is er bij ambtelijke corruptie bijna altijd sprake van een samenloop van omstandigheden. Daarom is het belangrijk dat organisaties ook oog hebben voor de eerdergenoemde persoonlijke omstandigheden. Tom: “Zorg bijvoorbeeld dat je als leidinggevende weet welke collega’s te maken hebben met loonbeslag. Want dat zijn de mensen die mogelijk extra kwetsbaar zijn voor omkoping: zij kunnen het geld goed gebruiken.” Vaak gaat het ook om mensen die langzaam afdrijven, weet Jacko. “Ze hebben bijvoorbeeld een promotie gemist, zien geen toekomst meer, en worden dan extra kwetsbaar”
Ook de onderlinge sociale controle binnen een gemeente is daarom van belang, weet Tom. “In onderzoeken die we doen naar corruptie, horen we vaak achteráf dat er al signalen waren. Een ambtenaar bijvoorbeeld die elke ochtend opvallend vroeg in een donker hoekje zat te werken. Het is belangrijk dat zo iemand wordt aangesproken. Er kan dan prima een goede verklaring zijn voor dat gedrag. Maar zo iemand kan ook met verkeerde dingen bezig zijn.”
Investeren in de relatie
Om dit soort signalen en handvatten te delen, werkt de Rijksrecherche in haar preventieprogramma met een team van 40 accountmanagers. Zij bezoeken door het hele land gemeenten. “Zij delen dan ook onze signalenkaart, met concrete tips om corruptie te voorkomen. Maar vooral ook richten zij zich op de relatie. Want een belangrijk doel dat we hebben is om de drempel te verlagen om contact met ons op te nemen.”
Het is een nieuwe rol voor de Rijksrecherche. Ook voor Tom en Jacko, die beiden ook nog actief zijn in de operatie en daarmee voeling houden met de praktijk. Qua voorlichting richten zij zich met name op de organisaties als het programma Weerbaar Bestuur, de RIECS en belangenorganisaties voor politieke ambtsdragers en ambtenaren binnen het openbaar bestuur. Ook speken ze op congressen en bezoeken ze bijeenkomsten van burgemeesters, gemeentesecretarissen en integriteitscoördinatoren.
Het is een bewuste keuze van de Rijksrecherche om bij haar preventieactiviteiten te focussen op gemeenten en provincies, zegt Jacko. “Het zijn allemaal aparte organisaties, die wel met dezelfde uitdagingen te maken hebben. Of ze nu klein of groot zijn.” Uit onderzoek blijkt dan ook dat er veel behoefte is aan de kennis van Tom, Jacko en hun collega’s. Maar ook dat hun diensten nog relatief onbekend zijn. Het Steunpunt Ambtsbedrijven bijvoorbeeld. Daar kunnen gemeenten niet alleen meldingen doen, maar ook advies vragen. “Want het doel van het preventieprogramma is niet om zaken binnen te halen”, besluit Jacko. “Integendeel, we willen ze juist voorkomen.”
Interview Jeanine Kooistra: 'Dienstverlening staat soms op gespannen voet met zorgvuldig werken'
Wat zijn jullie ervaringen met ambtenaren die zich laten corrumperen door criminelen?
“We weten niet precies hoe vaak het voorkomt, want het is helaas lastig te ontdekken. Maar uit opsporingsonderzoeken van de politie blijkt dat het een serieus probleem is. Het baart ons zorgen. Ook wij hebben te maken gehad met medewerkers die persoonsgegevens uit de Basisregistratie Personen (BRP) naar criminelen lekten. Dit zijn vaak mensen in een kwetsbare positie. Dan doen zij dingen die ze eigenlijk niet willen. Er was een medewerker die één keer een adres had gelekt. Hij durfde het niet te vertellen, werd door de criminelen onder druk gezet om het vaker te doen en zo belandde hij langzaam in een fuik waar hij niet meer uitkwam. Uiteindelijk is hij vervolgd en raakte hij veel meer kwijt dan alleen zijn baan.”
Wat is de uitdaging bij de aanpak van dit probleem?
“Er is de afgelopen jaren veel nadruk gelegd op onze dienstverlening. De burger wil en moet snel geholpen worden. Dienstverlening kan dan op gespannen voet staan met de aanpak van corruptie. Neem de uitgifte van paspoorten. We willen het voor de aanvrager makkelijk maken, maar moeten tegelijkertijd tijd en aandacht houden voor zorgvuldige procedures en beheersmaatregelen, zoals het vierogenprincipe. Bij het delen van persoonsgegevens zijn dat soort beheersmaatregelen nog wat lastiger. Want als medewerker van een gemeente werk je natuurlijk met heel veel persoonsgegevens. Daar komt bij dat we door krapte op de arbeidsmarkt te maken hebben met veel personeelswisselingen en tijdelijke krachten. Zij zijn minder goed ingewerkt en dus kwetsbaarder.”
Wat kun je nog meer doen dan de protocollen versterken?
“Leidinggevenden spelen hierbij een belangrijke rol. Ze moeten scherp zijn op opvallend gedrag, maar ook het onderwerp bespreekbaar maken. We weten dat mensen soms bewust op bepaalde plekken solliciteren, om vervolgens misbruik van hun positie te maken. Dat betekent dat je al kritisch moet kijken wie je aanneemt. Juist in de uitvoering. Bijvoorbeeld als loketmedewerker of medewerker die in de back office werkt. Daarnaast proberen we in bepaalde functies bewust mensen te rouleren. Want een vierogenprincipe moet geen ‘twee handen op één buik’ worden.”
Wat doen dit soort maatregelen met medewerkers? Mogen zij hun collega’s niet meer zonder meer vertrouwen?
“Dat is inderdaad een lastig punt. Collega’s werken vaak met veel plezier samen. Alleen al het idee dat iemand kwaad in de zin kan hebben, voelt dan heel ongemakkelijk. Een directe collega een vraag stellen over iets dat opvalt of aanspreken op iets dat niet lijkt te kloppen, is voor veel mensen heel moeilijk. Dus doen ze het maar niet. Maar dat kan wel blijven knagen. Juist hier speelt de leidinggevende ook een rol. Die moet duidelijk maken dat je niet moet denken dat corruptie nooit voorkomt. Het kan gebeuren. Ook in onze gemeente. En dat medewerkers die ergens mee zitten niet altijd meteen een melding hoeven te doen over een persoon. Ze kunnen ook bedenkingen hebben over een kwetsbare plek in een proces. Als zij dat laten weten, kunnen we uiteindelijk dat proces verbeteren.”
Hoe kijk je aan tegen het preventieprogramma van de Rijksrecherche?
“Bij de gemeente Amsterdam doen we zelf al vrij veel aan preventie. Het werk van de Rijksrecherche versterkt dit. Ze helpen het probleem in kaart te brengen en om het thema voor het voetlicht te brengen. Het zorgt voor draagvlak bij de top. En laat zien dat het niet alleen een Amsterdams probleem is. De burger vertrouwt de overheid veel gevoelige gegevens toe. Het is onze plicht ze daar goed mee van dienst te zijn en er goed mee om te gaan. En daarbij hoort óók ervoor zorgen dat die gegevens niet in verkeerde handen vallen.”